Zo. Gelijk maar even een statement maken aan het begin van dit jaar. Ik ben natuurlijk geen beleidsmaker, maar duidelijk is dat de Wet werk en zekerheid in de loop van dit jaar op een aantal punten zal worden aangepast.

Hoe precies dat weet nog niemand, maar het is duidelijk dat maar weinigen het eenzijdig positieve beeld onderschrijven dat minister Asscher kort geleden schetste in zijn derde voortgangsbrief over de WWZ. Met een aantal collega’s analyseerde ik alle gepubliceerde ontslagrechtspraak van het afgelopen jaar. Uit dit onderzoek bleek onder meer dan 35% van alle ontslagaanvragen wordt afgewezen, een fors percentage als je bedenkt dat uit eerdere onderzoeken blijkt dat het gemiddelde afwijzingspercentage vóór inwerkingtreding van de WWZ schommelde tussen de 10 en 15%.

Een van de grootste bezwaren tegen het huidige ontslagregels is het alles-of-niets karakter. Of de rechter vindt dat er sprake is van een overtuigend en volledig ontslagdossier (en dan moet de werknemer het doen met een relatief lage transitievergoeding), of het ontslagdossier is niet (helemaal) overtuigend en dan zal de ontslagaanvraag afgewezen worden. Voor enig rechterlijk maatwerk lijkt nauwelijks ruimte te zijn.

Daarmee komen we dan gelijk op het eerste punt waarop de WWZ in 2017 naar mijn mening aangepast zal worden.

1. Meer ruimte voor de rechter om arbeidscontracten te ontbinden

Vanuit werkgeverszijde, maar ook vanuit de hoek van arbeidsrechtspecialisten klinkt de steeds luidere roep om rechters meer ruimte te geven om een arbeidsovereenkomst te ontbinden als duidelijk is de arbeidsrelatie tussen partijen niet meer zinvol kan worden voortgezet.
Tegelijkertijd zouden rechters dan ook de mogelijkheid moeten krijgen om een hogere vergoeding toe te kennen dan de transitievergoeding als de werkgever een verwijt te maken valt en hij bijvoorbeeld geen overtuigend ontslagdossier kan overleggen.

2. Compensatie betaalde transitievergoeding aan langdurige zieke werknemer

Met betrekking tot dit onderwerp heeft minister Asscher al een wetsvoorstel uitgewerkt. Werkgevers die een zieke werknemer na twee jaar arbeidsongeschiktheid een transitievergoeding uitkeren, worden hiervoor gecompenseerd door het UWV.

Aan dit voorstel zijn overigens wel een aantal voorwaarden verbonden, maar desondanks valt te verwachten dat deze nieuwe wet een einde gaat maken aan het fenomeen van de slapende dienstverbanden.

3. Beperking van loondoorbetaling bij ziekte

Hoewel dit strikt genomen geen onderdeel is van de WWZ, staat het hoog op het wensenlijstje van werkgevers als het gaat om aanpassingen van het huidige arbeidsrecht.

De huidige loondoorbetalingsplicht van twee jaar (drie jaar als het UWV een loonsanctie oplegt) wordt door veel werkgevers als buitensporig ervaren en leidt mede toe dat werkgevers huiverig zijn om werknemers een arbeidscontract voor onbepaalde tijd aan te bieden.

Dit onderwerp staat redelijk hoog op de politieke agenda en de verwachting is dan ook dat de loondoorbetalingsplicht voor kleinere werkgevers in elk geval zal worden beperkt tot één jaar.

Nieuw evenwicht tussen werknemers en zzp’ers

Naast deze drie punten zal een volgend kabinet zich ook moeten buigen over de vraag hoe om te gaan met zzp’ers en de in dit verband verfoeide wetgeving (Wet DBA) van staatssecretaris Wiebes. Er zal een nieuw evenwicht gevonden moeten worden tussen mensen die in loondienst werken en mensen die dat (bewust) niet willen.

Tot slot zal het aanstaande kabinet zich ook moeten buigen over de vraag hoe de rechten van flexwerkers en werknemers met een contract voor onbepaalde tijd dichter bij elkaar gebracht kunnen worden.

Eén ding is dus zeker: 2017 wordt een arbeidsrechtelijk boeiend jaar!