In organisaties kan bepaald gedrag heel hardnekkig zijn: verandering lijkt bijna onmogelijk want zo doen wij dat nu eenmaal zo hier. Nieuwkomers kunnen zich daarom nog weleens verfrissend verbazen over bepaald gedrag in een organisatie.

Hoe kan dat ontstaan? Onderstaand voorbeeld zou wellicht een antwoord op die vraag kunnen geven.

Een aantal wetenschappers doet onderzoek naar het ontstaan van gedragspatronen in groepen. Om het proces in zijn rauwe eenvoud te kunnen bestuderen, besluit men een groep chimpansees als studieobject te gebruiken. Het experiment verloopt als volgt.

Er zitten vijf apen in een kooi. Op de grond zijn de apen van alle gemakken voorzien. In de kooi is ook een trap naar een verdieping hoger. Het is niet helemaal een verdieping te noemen want het is een verhoogde vloer die slechts een gedeelte is van de gehele oppervlakte op de grond.
Op de verhoogde vloer liggen bananen en de apen kunnen de bananen ruiken. Als de apen naar boven willen via de trap worden ze echter tegengehouden. En dit tegenhouden gebeurt door de onderzoekende wetenschappers met een grote brandspuit, die onder hoge druk koud water op de apen spuiten.
Elke aap wordt dusdanig hard en met koud water van de trap gespoten dat hij het op een gegeven moment wel uit zijn hoofd laat de trap nog te beklimmen en op weg te gaan naar de bananen.
Na verloop van tijd zijn alle apen wel een keer de trap op geklommen om naar de bananen te gaan en elke keer worden ze eraf gespoten door de wetenschappers. Totdat uiteindelijk alle apen de strijd opgeven, de bananen de bananen laten en niet meer de trap beklimmen. Hoewel ze nog steeds de bananen ruiken en weten dat ze boven liggen.

Dan wordt er één aap van de originele groep van 5 apen vervangen door een nieuwe aap. De nieuwe aap ruikt de bananen en wil de trap beklimmen.
Echter... de nieuwe aap wordt tegengehouden door de 4 originele apen. De 4 originele apen behoeden de nieuwe aap voor het beklimmen van de trap en behoeden hem zodoende voor een harde straal koud water.
De nieuwe aap weet niet waarom hij van de overige 4 apen niet de trap op mag klimmen maar conformeert zich aan het gedrag van de andere apen.
Na verloop van tijd wordt er een tweede aap uit de originele groep van nu nog 4 apen gehaald. Er zijn nu 3 originele apen, een nieuwe (zij het geconformeerde) aap en een echt nieuwe aap.
De laatste nieuwe aap ruikt de bananen en wil de trap beklimmen. Maar wordt tegengehouden door de drie originele apen en de geconformeerde aap. De nieuwe aap weet niet wat hem overkomt, weet niet waarom hij niet de trap op mag klimmen op weg naar de bananen maar past zich aan en klimt niet naar de bananen.
Intussen zijn er nu twee apen die geen enkele keer zijn natgespoten op weg naar de bananen, deze bananen echter wel ruiken maar zich hebben aangepast aan het gedrag van de groep. Hoewel ze dus niet weten waarom ze hun gedrag vertonen, conformeren ze zich wel aan het groepsgedrag.

Deze proef gaat verder tot er uiteindelijk 5 nieuwe apen in de kooi zitten die:
1) de bananen ruiken
2) niet de trap beklimmen naar de bananen
3) nooit zijn natgespoten door de onderzoekende wetenschappers met de brandspuit
4) en dus niet WETEN waarom ze niet de trap beklimmen.
5) en alle 5 zijn geconformeerd aan groepsgedrag terwijl de ORIGINELE reden om dit gedrag te vertonen reeds verdwenen is. “Zo doen wij dat hier nu eenmaal!”

Welk gedrag valt een nieuwkomer in jouw organisatie op? En vraag je daarnaar? En zoek je uit waarom jullie dat doen, terwijl het voor een nieuwkomer niet verklaarbaar is? Doe het op tijd, want ook nieuwkomers conformeren zich snel.