Het virus dat nu rondwaart is een van de dingen in het leven die je wilt missen. Toch is het onderdeel van de ecologie op deze aarde en hangt het samen met alles wat leeft en is. Je kan het niet mooier maken. Het is er nu eenmaal en hoort erbij. De vraag is hoe ga je ermee om en beheers je het op een goede manier in plaats van dat het jou beheerst. De mens is hiertoe in staat mits hij het virus en alles wat er bij hoort aankijkt, accepteert en er creatief mee omgaat.
Dit is ook wat Noah Yuval Harari in zijn boek Homo Deus zegt over wat de homo sapiens (huidige mens) heeft doen overleven boven de andere mensachtigen (homo erectus, en echt slimme neanderthaler). Door het ontwikkelde aanpassingsvermogen van de homo sapiens zijn nieuwe manieren van denken (creativiteit en flexibiliteit) en de bereidheid om samen te werken (sociale samenwerking) ontstaan. Ook het ontwikkelen van een “flexibele” taal is doorslaggevend geweest. Een taal die meer zegt dan “help!” of “daar!” maar “water kun je na 2 uur lopen in zuidelijke richting achter die derde berg vinden”. Kortom: georganiseerd met elkaar kunnen afstemmen om een doel te bereiken.
Het opmerkelijke is dat als je naar samenwerken in teamverband kijkt het nog vaak gebeurt dat mensen zoveel mogelijk alleen willen doen of denken het ook alleen te moeten doen. Of zelfs dat je denkt dat jouw idee niet klopt en het maar voor je houdt. Juist het bespreken, afstemmen en beseffen dat de een beter is in het ene en de ander in het andere maakt dat je samen flexibeler om kan gaan met situaties en vraagstukken. Zeker als die, zoals in deze tijd blijkt, je bestaanszekerheid treffen.
Samenwerken maakt het mogelijk grote, complexe en langdurige projecten aan te pakken. Voorwaarde is dat je je eigen kwaliteiten, motivatoren, neigingen en patronen kent en dat je ervoor zorgt dat anderen deze ook kennen. Het maakt je vindbaar en inzetbaar. Ken jezelf, ken de ander en help elkaar verder. Het vermogen dit te kunnen maakt de mens uniek.
Reflectiemomenten helpen je daarbij. De afgelopen jaren hebben we dit structureel verwaarloosd. Het merendeel van de werkende mens is doorgegaan met versnellen en de agenda volboeken (ook privé). Het vernauwde onze focus op actie en doelen. Bij 160 km per uur let je niet op alle waarschuwingsborden langs de weg en al zeker niet op de bloemen. Stilstaan is immers geen optie. De toename van het aantal stress en burn-out gevallen in onze maatschappij en daarmee samenhangende opkomst en acceptatie van mindfulness, stilteretraites, yoga, antistress-apps, mental coaches en personal trainers is tekenend. We zijn extern gericht geworden en het intern gerichte vergeten erbij te houden. De balans is verdwenen.
Ecologie betreft het hele systeem. Keerzijde van de huidige en verontrustende tijd is dan ook dat het ons weer de ruimte geeft te vertragen en te reflecteren. Na te gaan wat we doen, waarom we het doen, waar de kwaliteit zit in de organisatie, de medewerkers en in je aanbod. Het tussentijds reflecteren op je bestaansreden, je richting en je relaties voorkomt onnodige dwaalwegen. Ook in jezelf.
Deze tijd test vele bestaande structuren op houdbaarheid en maakt dat we ons moeten voorbereiden op structurele grote veranderingen. Sterkten en zwakten, kansen en bedreigingen worden uitvergroot. Om dit tegemoet te kunnen treden helpt dat we begrijpen dat we niet los staan van elkaar maar deel zijn van het geheel. Alsof prehistorische tijden herleven.
Het goede nieuws is dat sociale samenwerking nog steeds in ons zit. Al doen leiders van sommige regiems ons anders geloven. Zolang we onze blik naar dit moment kunnen keren en ons bewust zijn wie we werkelijk zien en elkaar actief betrekken helpt dat bij het oplossen van gemeenschappelijke bestaansvragen. Of het nu gaat om het team, gezin of land. Want een ding is juist nu zeker: door samen te werken heb je een toekomst.