De titel van dit blog is een ultrakorte samenvatting van een verrassende uitspraak van de Hoge Raad van enkele weken geleden.
Het ging in die zaak om een kapster die na een dienstverband van ruim 25 jaar die door haar werkgever zonder toestemming van het UWV of een kantonrechter ontslagen werd vanwege een dispuut over vakantiedagen. Volgens de rechter en het gerechtshof had de werkgever ernstig verwijtbaar gehandeld. Om de werkgever te bestraffen voor dit onbehoorlijke gedrag werd hij veroordeeld om de kapster (bovenop de transitievergoeding) een billijke vergoeding te betalen van € 4.000 bruto.
Lagere rechters: gevolgen van ontslag spelen geen rol bij billijke vergoeding
Je zou zeggen dat dit een behoorlijk schamel bedrag is voor iemand die na ruim 25 jaar op onterechte wijze haar baan verlies. Zo dacht de kapster er zelf ook over. Zij probeerde de kantonrechter en later, in hoger beroep, ook het gerechtshof ervan te overtuigen dat de gevolgen van het ontslag voor haar enorm waren en dat een billijke vergoeding van € 57.000 bruto meer op zijn plaats zou zijn. Tevergeefs. De rechters lieten weten dat de financiële gevolgen van het ontslag voor de werknemer niet mee mogen wegen bij het bepalen van de billijke vergoeding.
De werkneemster liet het er echter niet bij zitten en ging in cassatie bij de Hoge Raad. Tot verrassing van velen liet dit hoogste rechtscollege weten dat er bij het vaststellen van een billijke vergoeding wel degelijk rekening gehouden mag worden met de schade die de werknemer van het ontslag ondervindt. In deze video heb ik de belangrijkste vragen en antwoorden over dit arrest voor je op een rijtje gezet.
Gaan billijke vergoedingen nu substantieel omhoog?
De Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen naar een ander gerechtshof met de opdracht om opnieuw naar de zaak te kijken en de argumenten van de werkneemster daarbij mee te wegen. Op het moment van het schrijven van dit blog is nog niet te voorspellen hoe deze zaak gaat aflopen, maar het ligt voor de hand dat de werkneemster alsnog een flink hogere billijke vergoeding tegemoet kan zien.
En naar verwachting is deze werkneemster niet de enige die voordeel gaat hebben van het arrest van de Hoge Raad. Tot nu toe waren billijke vergoedingen, enkele uitzonderingen daargelaten, beperkt van omvang. Voor veel rechters ligt de nadruk (of moet ik zeggen lag?) op het zogenaamde punitieve karakter van de billijke vergoeding. De werkgever moet als het ware een soort ‘boete’ betalen voor ‘fout gedrag’.
Hoge Raad: billijke vergoeding draait om compensatie van werknemer
Maar volgens de Hoge Raad gaat het bij de billijke vergoeding helemaal niet om het bestraffen van de werkgever, het gaat juist om het vaststellen van een passende compensatie voor de werknemer. En deze nieuwe benaderingswijze zou wel eens tot flink hogere billijke vergoedingen kunnen gaan leiden.
Uiteraard moet er nog wel steeds sprake zijn van ernstig verwijtbaar handelen van een werkgever. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat een werkgever volledig onterecht overgaat tot ontslag op staande voet. Maar als de horde van ernstige verwijtbaarheid eenmaal genomen is, zouden de kosten van het ontslag voor die werkgevers flink kunnen stijgen.