Dit was ongeveer de titel van een item van het RTL-televisieprogramma EditieNL van enkele maanden geleden waarin ik commentaar mocht geven op het fenomeen ontslag in combinatie met uitingen op social media.
Uit een heel recent onderzoek van het Vlaamse VRT Nieuws blijkt dat (Vlaamse) werknemers steeds vaker worden ontslagen nadat ze hun werkgever hebben bekritiseerd op sociale media. Hoe zit dat eigenlijk in Nederland? Mag je je met een beroep op de vrijheid van meningsuiting negatief over je werkgever uitlaten op sociale media? Of leidt dergelijk gedrag onherroepelijk tot ontslag (op staande voet)?
Vrijheid van meningsuiting is begrensd
Natuurlijk mag je je best enigszins kritisch over je werkgever uitlaten op sociale media, maar aan deze vrijheid van meningsuiting zitten wel grenzen. Of zoals de rechtbank van Leeuwarden het eens verwoordde:
“…een werkgever dient een zeker mate van kritiek van werknemers op het door hem gevoerde beleid te dulden. Het is immers vaste rechtspraak dat werknemers, gelet op het (grond)recht van de vrijheid van meningsuiting, kritiek mogen hebben op het door hun werkgever gevoerde beleid. Kritische uitingen van werknemers die gericht zijn op een verandering in de bedrijfsvoering moeten daarom naar het oordeel van de rechter door de werkgever met de nodige tolerantie worden bezien.”
Goed, zakelijke kritiek die erop gericht is om de bedrijfsvoering te veranderen is dus (meestal) toelaatbaar. Maar zodra de kritiek persoonsgericht is (bijvoorbeeld op een collega of direct leidinggevende), de uitlatingen de zakelijke belangen van de werkgever kunnen schaden of als er ronduit sprake is van beledigend, bedreigend of racistisch taalgebruik, is de grens van het betamelijke snel overschreden.
Ontslag ligt op de loer
Zo had de medewerkster van het bedrijf met voornamelijk Russische klanten kunnen bedenken dat het geen goed idee was om zich op Facebook zeer negatief over Poetin uit te laten. En ook de medewerker die aan zijn werkgever tevergeefs om een voorschot op zijn loon vroeg en zijn werkgever op Facebook beschreef als “een hoerebedrijf” toen hem dat voorschot geweigerd werd, kon op zoek naar een andere baan.
Het lastige bij dit soort zaken is dat het soms wel, maar vaak ook niet duidelijk is waar de grens van de vrijheid van meningsuiting precies overgaat in ontoelaatbare uitingen. Zijn hier dan misschien enkele vuistregels te geven?
Vuistregels
Kijkend naar de rechtspraak zijn er wel enkele elementen te benoemen die voor een rechter een belangrijke rol spelen. Zo kijkt de rechter onder meer naar:
- De staat van dienst van medewerker. Met andere woorden: hoe lang is de medewerker al in dienst en is er sprake van een onberispelijk dienstverband?
- Is de medewerker misschien al eens eerder gewaarschuwd voor soortgelijk gedrag? In dat geval zal ontslag eerder gerechtvaardigd zijn.
- Wat is de functie van de medewerker en vervult hij misschien een voorbeeldrol? Ook de aard van het bedrijf kan een rol spelen bij de vraag of ontslag een passende sanctie is. Een bouwvakker zal over het algemeen wat eerder wegkomen met bepaalde negatieve berichtgeving over zijn werkgever op sociale media dan een persvoorlichter van het ministerie van Justitie.
- Heeft de werkgever bepaalde gedragsregels opgesteld, bijvoorbeeld in de vorm van een sociale media code? Als de werknemer met andere woorden duidelijk gemaakt is dat bepaalde gedragingen of uitingen voor de werkgever ontoelaatbaar zijn, dan zal ontslag eerder toegestaan zijn als deze concrete regels worden overtreden.
Tot zover enkele algemene vuistregels. Natuurlijk zal een rechter uiteindelijk van geval tot geval beoordelen of er (net) wel of (net) geen reden is voor ontslag op staande voet.
Voor werknemers geldt in het algemeen dat zij er verstandig aan doen om minimaal even tot tien te tellen voordat zij negatieve berichtgeving (met naam en toenaam) over hun werkgever op sociale media plaatsen. Het ontslaggevaar zit anders in een klein online hoekje.