Een bevestigend antwoord op deze vraag is misschien wat minder ongeloofwaardig dan je op het eerste gezicht zou denken. Er zijn in elk geval een aantal omstandigheden die een nieuwe en grondige herziening van de arbeidsmarkt(regels) tot een realistisch scenario maken.

Allereerst zijn daar de verkiezingen. Hoewel de uitslag hiervan niet te voorspellen valt, zal de nieuwe regering met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet bestaan uit een combinatie van VVD en PvdA. Een breuk met het (WWZ-)beleid van dit kabinet ligt dus voor de hand. Daar komt natuurlijk bij dat de WWZ ook voor de PvdA nu niet bepaald het droomproject geworden is dat minister Asscher en zijn partij in gedachten hadden.

Vanaf de start van de WWZ heeft deze wet van alle kanten onder vuur gelegen. Belangrijkste punt van kritiek: vaste banen zijn nog vaster geworden (lees: het ontslagrecht is voor werkgevers nog taaier geworden) en flexwerkers verliezen nog eerder hun baan door de beperking van de ketenregeling.

Elke politieke partij met zijn eigen arbeidsmarktrecept

De oplossing? Elke politieke partij heeft hier zijn eigen recept voor. Volgens de VVD moet het ontslagrecht versoepeld worden zodat werkgevers weer sneller zullen overgaan tot het aanbieden van een vast arbeidscontract. De voormalig coalitiegenoot PvdA zoekt de oplossing van de problematiek juist in de tegenovergestelde richting. Flexcontracten moeten volgens deze partij alleen nog maar toegestaan worden voor werk dat aantoonbaar van flexibele aard is.

Het CDA voelt, net als de VVD, wel wat voor een versoepeling van de ontslagregels. De kantonrechter zou meer ruimte moeten krijgen om een arbeidscontract te ontbinden als duidelijk is dat voortzetting niet zinvol meer is.

GroenLinks legt, net als de PvdA, de nadruk op het terugdringen van flex. Zo zouden werkgevers voor tijdelijke contracten een hogere prijs moeten betalen onder andere via hogere WW-premies. Bovendien zouden flexwerkers vanaf de eerste werkdag al in aanmerking moeten komen voor een transitievergoeding.

Iedereen dan maar een vast contract?

De meest opmerkelijke en uitgesproken visie op de arbeidsmarkt komt van D66. Om de scheiding tussen vast en flex zoveel mogelijk weg te werken, kiest deze partij er simpelweg voor om het onderscheid tussen vaste en flexibele contracten helemaal op te heffen. D66 stelt in haar verkiezingsprogramma voor om alle werknemers één soort arbeidscontract te geven.

De partij spreekt van een vast contract voor iedereen, maar wil tegelijkertijd de preventieve ontslagtoets opheffen. Dit betekent dat een werkgever zelf kan besluiten om een arbeidscontract op te zeggen zonder dat hiervoor toestemming aan het UWV of de kantonrechter hoeft te worden gevraagd.

Een interessant gedachte-experiment? De heilige graal voor de Nederlandse arbeidsmarkt? Of een maatregel die ertoe zou leiden dat werknemers ‘vogelvrij’ zijn als het gaat om baanzekerheid?

HR Journaal

Op deze vragen hoop ik 9 maart a.s. een antwoord te krijgen als ik de volgende uitzending van het HR Journaal presenteer. Die uitzending zal dan volledig in het teken zal staan van de Tweede Kamerverkiezingen en de maatregelen die de diverse politieke partijen voor de arbeidsmarkt in petto hebben.

Bovendien zal tijdens dit HR Journaal Steven van Weyenberg te gast zijn. Hij is lid van de Tweede Kamer voor D66 en woordvoerder van deze partij op het gebied van de arbeidsmarkt. Uiteraard zal ik Steven bevragen naar de opvallende arbeidsmarktplannen van zijn partij.

Als je gratis en live naar dit HR Journaal wilt meekijken, kun je je hier aanmelden.