In ons boek ‘Bezieling werkt’ houden wij een hartstochtelijk pleidooi om in de samenwerking met je collega’s en je klanten er bewust voor te kiezen de ander te benaderen als iemand die je vertrouwen waard is. Dit vanuit onze ervaring dat er in organisaties zoveel energie verloren gaat door elkaar dat vertrouwen niet te geven. Het zorgt er voor dat er overmatig veel regels gesteld moeten worden, die allemaal gecontroleerd en gehandhaafd moeten worden. En het leidt tot een angstige, behoudende cultuur, waarin mensen geen fouten meer durven te maken en er dus steeds minder vernieuwing en innovatie plaats vindt. Wantrouwen is bovendien dikwijls een self fulfilling prophecy: zoals de waard is worden zijn gasten! In dit bewerkte fragment van het boek meer over de keuze om te vertrouwen.

 

Vertrouwen heb je niet, vertrouwen geef je

Over het algemeen zijn wij geneigd om over vertrouwen te spreken als iets wat je hebt; een soort van talent dat je al dan niet bij de geboorte hebt meegekregen. Mensen die zo denken, zijn natuurlijk juist de mensen die vertrouwen denken te missen.

De realiteit is echter dat je vertrouwen niet kunt hebben. Juist niet! Als je vertrouwen zou kunnen hebben, was het niet wat het is: het vermogen om met lege handen te staan. Of, zoals Meester Eckhart het in de middeleeuwen zo mooi onder woorden bracht: om de fundamentele ‘ongrond’ van het bestaan – namelijk dat je het nooit helemaal in de hand kunt hebben – tot je grond te laten zijn.

Vertrouwen héb je dus niet, vertrouwen gééf je. En het geheim is dat waar je het geeft, je het ook ontvangt. Je wekt het. Vertrouwen dat je overigens weer van de ander ontvangt, zonder dat je er ook maar iets van kunt vasthouden of meenemen naar het volgende moment. Je zult het ieder moment opnieuw moeten verdienen. Het is zo weer verdwenen, zoals het spreekwoord zegt: het komt te voet en gaat te paard.

Weerloos en ongewapend zijn

Vertrouwen is dus uiteindelijk een keuze. Een keuze om weerloos en ongewapend in het leven te staan, zo weerloos en ongewapend als je eigenlijk bent, naakt tegenover het bestaan. Een keuze om de angst, in al je werkelijkheidsbesef, niet te ontkennen maar te accepteren, zonder hem tot laatste waarheid te maken. Als een gegeven waar het leven doorheen wordt geleefd. Als een signaal dat je goed zit en niet dat het mis zal gaan.

Natuurlijk kan het dan eens gebeuren dat je teleurgesteld wordt. Maar liever dáárvoor de prijs betalen, dan de prijs die je betaalt in de gevangenis van een systeem dat op wantrouwen en angst gebaseerd is.

Draai het daarom eens om, zeker bij mensen bij wie je het gevoel hebt dat ze je niet vertrouwen, en vraag je af of jij die ander eigenlijk wel je vertrouwen hebt gegéven.

Schrik en oordeel niet, als je moet erkennen dat dit niet het geval is. Onderzoek daartegen eens wat er gebeurt als je dat vertrouwen wel zou geven. Wat gebeurt er met jou? En wat gebeurt er met die ander als je door de bril van vertrouwen gaat kijken? Wat ga je daardoor ineens zien wat je daarvoor niet zag? Merk op hoe de ander al verandert enkel en alleen doordat jij je blik verandert!

Blijven vertrouwen, ook als er iets mis gaat

Wees daarbij ook zo realistisch dat niemand, ook jij niet, voor de volle 100 % te vertrouwen is. We zien immers allemaal soms dingen over het hoofd en maken fouten. Als je vertrouwen dus eens een keer beschaamd wordt, schrijf de ander dan niet direct af, maar ga – wederom vanuit vertrouwen – daarover een gesprek aan. En wees opnieuw benieuwd. Verbetert er niets, dan ga je nogmaals zo vertrouwensvol als je kunt het gesprek aan. In negen van de tien gevallen komt het onderweg ergens goed met die ander. En heel soms moet je zeggen: ‘Ik heb je echt mijn vertrouwen gegeven, niet eenmaal, maar twee-, driemaal. Daar houdt het mee op. Mijn grens is bereikt, zo kan ik niet met jou verder.’

Spreek daarbij af met jezelf dat dit gebrek aan vertrouwen niet aan de ander ligt maar aan jezelf. Vraag hulp of verbreek desnoods de relatie; niet omdat de ander niet te vertrouwen is, maar omdat jij dat vertrouwen in die ander niet kunt opbrengen. Natuurlijk kan het ook echt aan die ander liggen, maar doordat je het dicht bij jezelf houdt en je spreekt over waarom het jou niet meer lukt de ander je vertrouwen te geven, geef je die ander tot op het laatste moment maximaal de mogelijkheid zich op zichzelf te beraden.

Laat je verrassen.

Onderschat niet hoeveel effect zo’n radicale keuze voor vertrouwen kan hebben, zeker als je een leidinggevende bent en je besluit te stoppen met het uitoefenen van controle en macht over je medewerkers. Waarschijnlijk komt er zoveel energie vrij dat ineens al die dingen mogelijk blijken te worden waar je al zo lang tevergeefs aan hebt zitten sleuren. Vertrouwen is zo’n krachtige voedingsbodem voor creativiteit, verantwoordelijkheid en leiderschap. Het geeft mensen vleugels, het tilt ze op. Organisaties, als Buurtzorg in Nederland en Semco in Brazilië, die zo duidelijk voor het uitgangspunt van vertrouwen hebben gekozen, zijn hier het levende bewijs van.